Zingen  -  Singen


Sinds december 1997 zing ik alt in het Schütz Ensemble, het oudste kamerkoor in Almere. Het koor werd in 1982 in Almere Haven opgericht om de muziek van de beroemde Duitse componist Heinrich Schütz (1585-1672) meer bekendheid te geven in Nederland. De tijden zijn veranderd en inmiddels geniet Heinrich Schütz een veel grotere bekendheid - zeker onder de liefhebbers van de oude muziek -  in ons land. Ook het Schütz Ensemble zingt nog steeds met veel plezier de prachtige motetten van zijn naamgever en diens tijdgenoten. Maar het maakt ook veelvuldig uistapjes naar muziek uit bijna alle andere perioden uit de muziekgeschiendenis, vaak naar de romantiek.
Sinds 2018 is Jelle Leistra de vaste dirigent van het Schütz Ensemble. Het koor heeft momenteel vooral plek voor sopranen (heel graag!!) en tenoren. Kijk voor meer informatie ook op www.schutzensemble.nl
In onderstaand filmpje (links) uit 2011 zie je ons in actie en hoor je leden van het Schütz Ensemble en mij vertellen over onze grote passie.

Bij Kamerkoor Vocaliber (filmpje hierboven rechts, 2013) kwam ik in januari 2012. Het koor was toen nog klein en bestond ongeveer een jaar. Zijn dirigent Richard Vos was op zoek naar extra zangers voor een cd met zijn eigen composities die door Stichting Nieuwe Kerkmuziek zou worden gerealiseerd. Tot we alle zangers bij elkaar hadden verzameld, gingen we nog eerst een paar concerten geven met muziek van o.a. Sweelinck, Vis Nees en Daan Manneke. Ik vond het fijn bij Vocaliber en ik bleef. In april 2013 werd in de Nieuwe Kerk in Huizen de cd met prachtige nieuwe kerkmuziek van Richard Vos gepresenteerd. Sindsdien hebben we samen ontzettend veel mooie muziek uitgevoerd, van Bach tot Britten en alles ertussen en eromheen. Vocaliber heeft momenteel een grote behoefte aan sopranen, tenoren en bassen. Kijk voor meer informatie op www.vocaliber.nl

Overigens...
zing ik - met een paar onderbrekingen - al mijn hele leven. Mijn moeder was opgeleid als kerkmusicus en ook mijn vader, oma en opa waren muzikaal, en dus waren mijn zusjes en ik al als kleine meisjes veel aan het zingen en musiceren. Toen ik vijf jaar oud was mocht ik naar het 'kleine kinderkoor' van de protestante kerk in onze stad Bernau (vlakbij Berlijn) en toen ik negen was, zat ik op het 'grote kinderkoor'. Inmiddels had mijn moeder zelf ook een zanggroep opgericht in het dorp waar zij als kerkmusicus werkte en daar zaten wij, haar dochters, natuurlijk ook bij. Onze ouders speelden allebei piano en orgel en wilden ons altijd graag begeleiden als we zongen, viool of blokfluit speelden.
Toen ik 12 jaar oud was, nam mijn moeder me mee naar een cantorij in Oost-Berlijn en mocht ik meezingen in het Weihnachtsoratorium en enkele Bach-motetten o.l.v. de zeer actieve cantor Gottfried Weigle. Dat was voor mij een grote eer en een enorm plezier. Met 14 ging ik naar het volwassenkoor in onze stad en zong ik mee in kerkdiensten, avondmuzieken of concerten in de prachtige oude en grote St. Marienkirche, toen al vaak oude muziek, ook van Schütz. 
Op 16-jarige leeftijd ging ik naar het Kirchliches Oberseminar, een protestantse seminarie of soort gymnasium op het eiland Potsdam-Hermannswerder. Daar hadden we een schoolkoor dat voornamelijk in de kerkdiensten zong en ook in de adventstijd in verschillende zieken- en bejaardenhuizen werd ingezet. Omdat ik het zingen in dit koor nog niet genoeg vond - op deze school deed bijna iedereen veel aan muziek -  zong ik ook nog in twee andere Postdamse koren: het koor van de Friedenskirche o.l.v. Friedrich Meinel en het Oratorienchor Postdam o.l.v. Professor Tietze. Deze koren voerden grote werken uit, zoals het Weihnachtsoratorium of het Deutsches Requiem van Brahms. Ook kon ik zangles nemen bij de toen in de DDR zeer gevraagde en internationaal bekende oratoriumzangeres Adele Stolte. Dat was wel een mazzeltje, want zij was toevallig de vrouw van onze muziekdocent op het seminarie. (Gek genoeg vond ik vele jaren later in een antiquariaat in Almere Buiten een oude DDR-LP van haar met daarop de Kleine geistliche Konzerte van Heinrich Schütz voor één euro.)
Na de kostschooltijd ging ik theologie studeren in Oost-Berlijn. Bij het gebouwencomplex van ons 'Konvikt', waar we zowel alle lessen en colleges kregen als ook aten en sliepen, hoorde ook een kerk. Daar repeteerde wekelijks de Domkantorei o.l.v. Herbert Hildebrand. Ook in dat koor heb ik nog gezongen, zolang ik nog theologie studeerde. Op een gegeven moment mocht ik niet meer studeren, omdat ik naar het westen van Duitsland wilde emigreren. Toen kwam ik ook niet meer op het koor.
Toen ik in 1983 naar West-Berlijn was verhuisd en eindelijk mocht studeren wat ikzelf wilde (talen en taalwetenschappen), woonde ik op een gegeven moment naast een kerk, waar wekelijks een goed koor repeteerde. Daar sloot ik me meteen in 1984 bij aan. 23 jaar was ik toen oud en ik sloot vriendschap met de dirigente Etta Hilsberg. Toen zij onslag nam bij de kerk, ging bijna het hele koor met haar mee en ik ook. Ik was inmiddels toch al verhuisd. In een kroeg richtten we met een klein clubje de Camerata Vocale Berlin op. Dit koor werd een groot succes en ging op een gegeven moment meestal met grote werken in de Berlijnse Philhamonie optreden. Ikzelf verhuisde naar Nederland, maar met Etta bleef ik bevriend tot haar onverwachte overlijden in juni 2019.
Ik had mijn huidige man Ivo in 1986 leren kennen en ging in 1987 met hem in Nijmegen samenwonen en aan de Katholieke Universiteit studeren, de huidige Radboud Universiteit. Daar had ik de handen vol aan de voor mij nieuwe taal (Nederlands), het Engels vanwge de al die boeken die ik moest lezen (in de DDR hadden we niet zo goed Engels geleerd) en een voor mij compleet nieuwe studierichting binnen de taalwetenschap. Toen heb ik ruim twee jaar niet gezongen en ik miste het heel erg.
Toen we in 1989 na Ivo's promotie en mijn afstuderen in Almere kwamen wonen, zocht ik meteen een nieuw koor en kwam terecht bij Oratoriumvereniging Flevoland. Dit koor bestaat inmiddels niet meer. Hoogzwanger stopte ik in 1991 bij het koor, maar ik ging na de geboorte van mijn dochter ook niet meer terug. Het koor was het toch niet helemaal voor mij. Toen heb ik weer een paar jaar niet gezongen (behalve een heleboel slaap- en kinderliedjes), totdat mijn zoontje bijna drie jaar oud was en een vriendin mij mee vroeg naar haar koor. In dit koor, het Kamerkoor Almere o.l.v. Henk Verhoef heb ik zes jaar gezongen en het laatste jaar tegelijk in het Schütz Ensemble o.l.v. Carien van de Beld, waar een andere vriendin me mee naartoe had genomen. In het Schütz Ensemble voelde ik me meteen thuis. De sfeer was er fijn en de muziek die er gezongen werd sloot heel goed aan bij mijn eigen voorkeuren en de muziek die ik van jongs af aan al had gezongen. Inmiddels heeft "het Schütz" al verschillende vaste dirigenten gehad: Maria Segura Thijssen, Margo van Biezen en sinds 2018 tot nu Jelle Leistra. Sinds 2012 zing ik ook in Kamerkoor Vocaliber in Huizen o.l.v. Richard Vos en de combinatie van die twee koren werkt voor mij perfect. Sinds ik weer zong heb ik steeds vaker meegedaan aan projecten en scratches, meestal in het kader van de Bachcantate Concerten of het Festival Oude Muziek in Utrecht en soms ook bij eindexamens van studenten van het Conservatorium van Amsterdam. 

Thuis musiceren in 1975

Vreemd genoeg zijn er nauwelijks foto's van het veelvuldige musiceren bij ons thuis, in de kerk of elders. Niemand vond het blijkbaar nodig om dit vast te leggen. Logsich eigenlijk, want iedereen was tegelijk bezig met musiceren. Dit hier is dus een zeer zeldzaam exemplaar.
Ikzelf sta op deze foto in het midden. Het kleinste meisje links is mijn jongste zus, helemaal rechts staat mijn middelste zus, naast haar mijn moeder en tussen mijn jongste zusje en mij in een vriendinnetje uit de blokfluitgroep.

Als je klikt op dit geluidsfragment hoor je mij met m'n zusjes het kerstverhaal vertellen. Daarin ben ik twaalf jaar oud en mijn zusjes tien en zeven.